Woordenlijst skipraktijken

Crédit : Jess Vaananen, Perly, Louis Garnier.

WOORDENLIJST SKIPRAKTIJKEN

Backcountry freestyleskiën is een mengeling van freerideskiën en freestyleskiën. U maakt sprongen op een schans buiten de pistes door gebruik te maken van natuurlijke elementen, zoals een combe, een overhangend uitsteeksel of een boom. De backcountry freestyleski's zijn breder dan de klassieke freestyleski's want het skiën en het neerkomen gebeuren in onaangeroerde sneeuw.

GESNEDEN BOCHTENWERK

Gesneden bochtenwerk maken vergt goede techniek en de juiste impuls. Parabolische ski's vergemakkelijken gesneden bochtenwerk want dat wordt van het begin tot het eind van de bocht op de zijkant van de ski's uitgevoerd. Het bochtenwerk is krachtig en gebeurt snel. Hoe harder de sneeuw en hoe steiler de helling, hoe moeilijker het gesneden bochtenwerk.

GEDERAPEERD BOCHTENWERK

Bij gederapeerd bochtenwerk skiet u tegen heel lage snelheid en met een hoge wrijvingsgraad. Deze techniek is aangewezen voor beginners.

GEGLEDEN BOCHTENWERK

Bij gegleden bochtenwerk derapeert u en draait u lichtjes om uzelf. De wrijving is sterk en de versnelling is zwak. Vanaf een bepaald skiniveau kan in eenzelfde bocht gesneden en gegleden bochtenwerk worden gemaakt. Dat is het benodigde niveau dat u moet beheersen om de techniek van het gesneden bochtenwerk te kennen.

FREETOERSKIËN

Freetoerskiën is een mengeling van alpineskiën en toerskiën. Het is een nieuwe vorm van skiën. Bij het verlaten van de uitstapplaats van de mechanische skilift of vanaf de bocht van een piste loopt u gemiddeld 30 min. omhoog om de top te bereiken. Dankzij de zeehondenvellen die aangebracht zijn onder de freetoerski’s maakt u talrijke skitochten. De klassieke veiligheidsuitrusting (lawinezoekapparaat, lawineschop en sondes) is verplicht.

FREERIDESKIËN

Al lijken freerideskiën en offpisteskiën sterk op elkaar, toch is er een essentieel verschil: in beide gevallen skiet u buiten de vaste pistes, zo mogelijk in poedersneeuw, maar bij het freeriden maakt u geen slalombewegingen.

De freerideski's zijn breed (tussen 85 en 120 mm) en zijn voorzien van een punt die bovendrijft. Ze bieden veel mogelijkheden: grote bochten, 'on the lip' bochten ... Dankzij een XXL-draagvlak, veel groter dan bij rechte ski's, haalt de freerider het beste uit het reliëf.

FREESTYLESKIËN

Het freestyleskiën brengt vernieuwing in de sprongen. Dankzij zijn dubbele punt, zijn vorm die aansluit bij de carveski en zijn grote wendbaarheid is de freestyleski geschikt voor alle soorten sprongen. U bepaalt zelf uw grenzen ...

SKICROSS

Met de skicross krijgt het pisteskiën opnieuw belangstelling. Naar het voorbeeld van de motorcross is de skicross een wedstrijd waarbij groepjes van vier skiërs over een parcours met hindernissen van een berg afdalen. De eerste die aankomt heeft gewonnen ... Het is ook mogelijk alleen te vertrekken, bij het startsein

SLOPE STYLE

Een slope style parcours omvat alle freestylemodules: quarters, table, rails en half-pipe. De skiër moet die figuren zo goed mogelijk op elkaar doen aansluiten. De slope style is completer dan de big air en is op weg om dé referentie te worden voor freestylewedstrijden.